Goede locaties voor een kleine windmolen zijn op een woning in het open veld of op het dak van een flatgebouw dat boven de bebouwde omgeving uitsteekt. In stedelijke gebieden zijn alleen gebouwen geschikt die een hoogte van meer dan twintig meter hebben of tweemaal zo hoog zijn als de gebouwen of bomen in de omgeving. De te verwachten elektriciteitsopbrengst is afhankelijk van de gemiddelde windsterkte ter plekke. Lokale windmetingen zijn nodig om een goed beeld te krijgen van deze windsterkte. Voor kleine windmolens is een gemiddelde windsterkte nodig van meer dan 5,5 m/s nodig.
Voor de aanschaf van kleine windmolens kunnen bedrijven in aanmerking komen voor investeringsaftrek en subsidie. De Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) is bedoeld om investeringen van een kleine windmolen te bevorderen en is vooral gericht op het midden- en kleinbedrijf. Tevens kunt u in aanmerking komen voor de Energie Investeringsaftrek (EIA), die bij de aanschaf van bedrijfsmiddelen de keuze voor een energiezuinige alternatief stimuleert en aangevraagd kan worden tot 3 maanden na het aangaan van de investeringsverplichting (bijv. opdrachtbevestiging). Beide regelingen mogen als investeringsaftrek bij elkaar worden opgeteld. Daarnaast geldt er een subsidieregeling voor de exploitatiekosten, deze kunnen deels vergoed worden via de subsidieregeling duurzame energieproductie (SDE+).
Voor particulieren kunnen wij u kosteloos bijstaan voor de werkwijze om in aanmerking te komen voor de BTW teruggave, als u bij ons een windmolen heeft aangeschaft. Neem dan graag contact met ons op voor meer informatie.
Ja, je hebt een omgevingsvergunning nodig. Dit kun je via de gemeente aanvragen. Over het algemeen gaan gemeentes akkoord met het plaatsen van een windmolen. Voor de vergunning betaal je ongeveer 300 euro (afhankelijk van de gemeente).